Om een of andere reden vind ik het leuk om F1 met NASA te vergelijken. Beiden verleggen de grenzen van innovatie en zijn afhankelijk van enorme hoeveelheden data. Ze verzamelen, analyseren en gebruiken gegevens als geen ander. Waarom? Omdat in hun respectievelijke vakgebieden beslissingen in een fractie van een seconde het verschil kunnen maken tussen winst en verlies… of erger. Er is echter ook één verschil. F1 deelt een deel van die data met het tv-publiek. Deze gegevens worden live tijdens de race verzameld en verschijnen als mooi vormgegeven cijfers en grafische elementen op je tv. Zoals je je kunt voorstellen, is dit technisch gezien geen geringe prestatie.
Hoe worden F1-data verzameld?
Stel je elke F1-auto voor als een razendsnel datacenter. Elk exemplaar heeft zo’n 200 sensoren die informatie verzamelen over alles wat je maar kunt bedenken. Sterker nog, F1-autosensoren verzamelen tijdens één Grand Prix ongeveer 400 gigabytes aan data. Dat zijn waanzinnige getallen! En die data zijn een goudmijn voor F1-ingenieurs, want het helpt hen om snellere en betere auto’s te bouwen. Het is dus geen verrassing dat Red Bull heeft samengewerkt met een bedrijf als Oracle. Met Oracle Cloud Infrastructure (OCI) kon het team van Red Bull Racing realtime analyses uitvoeren en 25% meer simulaties doen. Met andere woorden: kosten besparen en prestaties verbeteren.
Tijdens de race wordt het merendeel van de F1-data verstuurd via een telemetriesysteem, een supersnelle draadloze verbinding met extreem weinig vertraging die informatie in realtime verzendt. In het controlecentrum zitten ingenieurs gebogen over schermen om de cijfers te analyseren en strategische beslissingen te nemen. Vrijwel elke beslissing wordt ondersteund door harde data. Maar die presenteren zichzelf niet zomaar in een visueel aantrekkelijke vorm; er is een heel team betrokken bij het verzamelen en interpreteren ervan. Spotters op het circuit, ingenieurs in de pits en verslaggevers in de studio die allemaal samenwerken om jou de meest complete kijk op de race te bieden. Ze zetten ruwe data om in verhalen die context en inzicht geven, die je niet zou krijgen door alleen maar naar de rondrijdende auto’s te kijken.
Welke gegevens worden naar omroepen gestuurd?
Het uitzenden van een F1-race is een grote operatie. Het hart van de operatie wordt gevormd door het Event Technical Centre, oftewel het mediacentrum. Vanuit deze tent wordt er per race 500 terabyte aan data verstuurd. Natuurlijk gaat het voornamelijk om video, maar het omvat ook 15 tot 20 grafische overlays met eerder genoemde racedata, zoals versnellingsindicatoren, toerentellers of de positie van de auto op het circuit. Dit alles is voor het tv-publiek zeer aantrekkelijk en biedt een meeslepende ervaring.
Data die direct door de sensoren van de F1-auto’s worden verzameld, worden teruggestuurd naar het Remote Technology Centre waar ze worden omgezet in begrijpelijke informatie voor een breed publiek dat de race wereldwijd kan volgen. Deze gegevens worden ook aangevuld met informatie uit andere bronnen. Zo wordt de positie van elke auto op het circuit gevolgd met GPS-technologie, wat een realtime visualisatie van de race mogelijk maakt en visueel inzicht geeft in waar elke coureur zich op elk moment bevindt.
Er is ook een zeer nauwkeurig tijdregistratiesysteem dat wordt gebruikt om rondetijden, sectortijden en de onderlinge afstanden tussen auto’s te registreren. Deze data zijn tijdens de uitzending essentieel voor livecommentaar en -analyses, en worden ook op een visueel aantrekkelijke manier aan het tv-publiek getoond.
Hoe livedata de tv-ervaring van F1 revolutionair veranderde
Deze overdaad aan data is niet alleen voor de show; het geeft kijkers een beter begrip van de race. Zo kunnen we zien waarom een coureur achterop raakt (versleten banden?) of hoe ze die gekke inhaalactie voor elkaar kregen (perfecte snelheid in de apex). Livedata hebben ons in staat gesteld om echte strategen te worden, die opereren vanuit onze luie stoel. We debatteren als doorgewinterde professionals over bandenstrategieën, voorspellen pitstops en analyseren die kronkelige lijnen op de telemetriegrafieken.
Met andere woorden: we kijken niet langer alleen naar een race, maar nemen actief deel aan de beste momenten. Dus ja, livedata heeft F1 op tv revolutionair veranderd. Let de volgende keer dat je kijkt eens goed op die cijfers, want ze vertellen een verhaal dat de camera misschien niet laat zien.