Blindengeleidehonden zijn niet zomaar huisdieren. Ze zijn opgeleid om mensen met een visuele beperking veilig te begeleiden in het verkeer. Toch weten veel mensen niet precies wat de blindengeleidehond verkeersregels zijn. Wat mag wel? Wat mag niet? En hoe houd je als automobilist of fietser rekening met deze bijzondere duo’s? In dit artikel leggen we het allemaal duidelijk voor je uit.

Wat doet een blindengeleidehond in het verkeer?

Een blindengeleidehond helpt zijn baasje veilig door het verkeer te navigeren. Hij stopt bij stoepen, leidt om obstakels heen en zorgt ervoor dat zijn begeleider veilig oversteekt.

De hond werkt altijd met een speciaal tuig, meestal geel of wit. Zolang dat tuig om is, is de hond “aan het werk”. Je mag hem dan niet aaien, roepen of afleiden. Dat kan gevaarlijke situaties veroorzaken.

De hond leert niet om verkeersregels letterlijk te volgen – hij volgt commando’s van zijn baasje, maar mag die negeren als het gevaarlijk is. Dit heet “intelligent ongehoorzaam zijn”. Bijvoorbeeld: als de baas zegt “vooruit”, maar er komt een auto aan, blijft de hond staan.

Belangrijke verkeersregels rond blindengeleidehonden

De wetgeving in Nederland (en België) erkent blindengeleidehonden als medegebruikers van de openbare ruimte. Dit zijn enkele belangrijke verkeersregels voor blindengeleidehonden waar je als medeweggebruiker rekening mee moet houden:

  • Voorrang bij zebrapaden: Een persoon met een blindengeleidehond heeft altijd voorrang, ook als hij nog niet is overgestoken.

  • Niet afleiden: Het is wettelijk verboden om een werkende blindengeleidehond aan te raken of af te leiden.

  • Vrije doorgang: Fietsers, scooters en andere verkeersdeelnemers moeten ruim baan geven, ook op smalle fietspaden of stoepen.

  • Toegang tot OV: Blindengeleidehonden hebben altijd toegang tot het openbaar vervoer, ook als andere honden niet toegestaan zijn.

Deze regels zijn niet alleen wettelijk vastgelegd, ze dragen ook bij aan de veiligheid van mensen die afhankelijk zijn van hun hond in het verkeer.

Tips voor correcte omgang met blindengeleidehonden in het verkeer

Weet jij wat je moet doen als je een blindengeleidehond tegenkomt in het verkeer? Hieronder een aantal praktische tips die het verschil kunnen maken:

  • Stop op tijd als je een zebrapad nadert waar iemand met een blindengeleidehond wil oversteken. Wacht geduldig.

  • Blijf stil en rustig, ook met kinderen. Vraag je kind bijvoorbeeld om niet te roepen of te zwaaien naar de hond.

  • Laat ruimte over op stoepen, in smalle stegen of bij bus- en tramhaltes.

  • Als iemand lijkt te aarzelen of verkeerd loopt, bied dan je hulp aan op een rustige manier. Spreek de persoon aan, niet de hond.

Jouw alertheid en geduld kunnen een enorme impact hebben op iemands dag én veiligheid.

Waarom bewustzijn over blindengeleidehonden steeds belangrijker wordt

Er komen steeds meer mensen die dankzij een blindengeleidehond zelfstandig kunnen reizen, werken of boodschappen doen. Tegelijkertijd worden onze steden drukker en complexer. Daarom is kennis over de blindengeleidehond verkeersregels belangrijker dan ooit.

Zonder begrip en respect van andere weggebruikers wordt het werk van deze honden een stuk moeilijker – en dat kan direct gevolgen hebben voor de veiligheid van hun baasjes.

Door je bewust te zijn van de regels, kun je bijdragen aan een samenleving waarin mensen met een visuele beperking zich vrij en veilig kunnen bewegen. Het gaat niet om medelijden, maar om medeverantwoordelijkheid.